1. Let op omschrijvingen die beginnen met ‘(zo)als’, waarmee Johannes iets probeert te omschrijven wat hij niet (her)kent of waar hij geen woorden voor heeft.
Het bijbelboek Openbaring lezend kom je het heel vaak tegen dat Johannes iets hoort of ziet wat hij niet herkent en dan gaat hij het omschrijven. Iets klinkt of ziet er uit (zo)als… Het is dan alsof Johannes zoekt naar woorden en beelden om duidelijk te maken wat hij hoort en ziet. Soms lees je omschrijvingen van zaken die voor Johannes totaal onbekend waren, maar voor ons als mensen van de 21e eeuw wel bekend zullen voorkomen. Stel je eens voor dat je aan iemand uit de achttiende eeuw een video zou kunnen laten zien van de landing van een vliegtuig. Hoe zou dat dan door die persoon worden omschreven? Misschien wel op deze manier: ‘Ik zag iets als een hele grote vogel met twee enorme vleugels die een geluid produceerde zoals het bulderen van de wind.’ Klik hier voor een uitgebreide lijst van voorbeelden.
2. Besef dat van zesentwintig gebruikte beelden in Openbaring er – vaak nog in hetzelfde hoofdstuk – een uitleg over de betekenis hiervan wordt gegeven.
De in 2002 overleden Amerikaanse theoloog Dr. John Walvoord geeft in zijn commentaar op Openbaring aan dat maar liefst zesentwintig gebruikte beelden in Openbaring vaak in hetzelfde hoofdstuk worden uitgelegd. We lezen in Openbaring 1:12 hoe Johannes zich omdraait om de stem te zien die met hem gesproken had. Wat hij dan ziet, zijn zeven gouden kandelaren. Wat zou dat betekenen? Als je dan doorleest wordt in hetzelfde hoofdstuk 0 in vers 20 – precies uitgelegd waar deze zeven gouden kandelaren voor staan. Zij staan voor de zeven gemeenten aan wie de Openbaring in de eerste plaats is gericht. Klik hier voor de zesentwintig in Openbaring zelf uitgelegde beelden.
3. Weet dat van de vierhonderdvijf teksten van openbaring er tweehonderdachtenzeventig direct gerelateerd zijn aan het Oude Testament.
Deze derde gebruiksaanwijzing heb ik overgenomen van de Amerikaanse theoloog Robert L. Thomas. Hij heeft uitgerekend dat van de vierhonderdvijf verzen waar Openbaring uit bestaat, er tweehonderdachtenzeventig direct gerelateerd zijn aan het Oude Testament. Waar soms beelden niet in Openbaring zelf worden uitgelegd, kun je die wel terugvinden in het Oude Testament. Om Openbaring goed te begrijpen, moet je dus eigenlijk ook weten wat er in het Oude Testament staat.
4. Ga uit van de ‘outline’ van Openbaring in hoofdstuk 1:19, waaruit duidelijk wordt dat Openbaring bestaat uit drie delen.
Johannes krijgt de opdracht om op te schrijven wat hij heeft gezien, en wat is, en wat hierna zal geschieden. Op basis van dit vers lijkt het erop dat Openbaring bestaat uit drie delen. Het lijkt wel een inhoudsopgave. Het eerste deel gaat over wat Johannes ‘heeft gezien’. Dat is wat we net hebben gelezen, namelijk de verschijning van de verheerlijkte Heer. Het tweede deel gaat over ‘wat is’. Dat duidt op de periode van de kerk waarin wij nu leven en welke wordt beschreven in de zeven brieven aan de zeven gemeenten van Asia. We vinden deze brieven in Openbaring 2 en 3. Deze periode zal duren tot de dag dat Jezus Zijn gemeente zal komen ophalen. Het derde deel gaat over ‘wat hierna zal geschieden’. Dat is dus nog toekomst, waarover we uitgebreid gaan lezen vanaf het vierde hoofdstuk van Openbaring.
5. Neem genoemde plaatsen, tijden en getallen letterlijk, tenzij de Bijbel er zelf aanleiding voor geeft om dit niet te doen.
Het is voor veel bijbellezers de vraag of de genoemde getallen in Openbaring letterlijk genomen moeten worden of dat ze alleen een symbolische betekenis hebben. Misschien is het wel allebei… Neem het getal zeven. Het is in de Bijbel het getal van de volheid, maar als we bijvoorbeeld lezen over de zeven gemeenten van Asia, dan gaat het ook over letterlijk zeven gemeenten. Dit geldt ook voor plaatsen en tijdsaanduidingen die worden genoemd. Wanneer er bijvoorbeeld in Openbaring 20:1-6 wordt geschreven over een periode van duizend jaar, gaat het dan letterlijk over duizend jaar of is het een omschrijving van een langere aaneengesloten periode? We nemen letterlijk wat er staat, tenzij de Bijbel er zelf aanleiding voor geeft om dit niet te doen. Er wordt tot vier keer toe gesproken over de zeven geesten die voor de troon zijn. De rest van de Bijbel laat duidelijk zijn dat er één Heilige Geest is, dus is het duidelijk dan er hier sprake is van een omschrijving van de volheid van de Geest.
6. Besef dat de inhoudelijke lijn van openbaring chronologisch is opgebouwd, met tussendoor zes intermezzo’s met aanvullende informatie.
In ‘Zie, Ik kom spoedig’ wordt ervan uitgegaan dat het verslag van wat Johannes heeft gezien chronologisch is opgebouwd. Het begint met het openen van de zeven zegels, daarna worden er zeven bazuinen geblazen en vervolgens worden er zeven schalen leeggegoten. Na het leeggieten van de zevende schaal komt Jezus terug om zijn rijk van vrede te vestigen. Uiteindelijk zal alles uitmonden in de komst van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Tussen de verslagen van de zegels, bazuinen en schalen gaan we ook momenten tegenkomen dat er als het ware op een pauzeknop wordt gedrukt en het chronologische verslag even wordt losgelaten om op iets in te zoomen. Of om nog eens terug of juist alvast vooruit te kijken. Ik noem dit de intermezzo’s van Openbaring. Het is heel belangrijk om deze te herkennen, omdat je anders zomaar de chronologische opbouw van het verslag van Johannes kwijt kunt raken. Klik hier voor een overzicht van de zes intermezzo’s.
7. Sla acht op alles wat in de profetie beschreven staat, bewaar het en wees daar gehoorzaam aan.
De laatste gebruiksaanwijzing komt uit de mond van Jezus Zelf en is te lezen in Openbaring 22:7. Na de herhaling van Zijn belofte dat Hij spoedig komt volgt één van de zeven zaligsprekingen uit Openbaring: Zalig is hij die de woorden van de profetie van dit boek in acht neemt. Hij herhaalt hiermee wat Hij al in de proloog van Openbaring had genoemd, want ook daar sprak Hij over het in acht nemen van wat in de profetie geschreven staat. Het is bepaald geen vrijblijvende gebruiksaanwijzing en gaat veel verder dan ‘kijk maar eens of je er wat mee kunt’. Het werkwoord dat hier in het Grieks wordt gebruikt is tēreō, dat betekent bewaren, maar in de overdrachtelijke betekenis heeft het vooral te maken met onderhouden, naleven of gehoorzamen.