Q&A Zie, Ik kom spoedig (8)

Vraag: Wat zijn de verschillen tussen Israël als de ‘vrouw van God’ en de Gemeente als ‘de bruid van Christus’?

Antwoord: Allereerst, voor sommigen zal het misschien wel een nieuwe gedachte zijn dat er een verschil is tussen Israël als ‘de vrouw van God’ en de Gemeente als ‘de bruid van Christus’. Dus laten we beginnen met te onderzoeken wat de Bijbel hierover zegt. In Jesaja 54:5 (NBV21) wordt over Israël dit geprofeteerd: Want je maker neemt je tot vrouw, HEER van de hemelse machten is zijn naam. In het volgende vers wordt daar in de vertaling van de BGT aan toegevoegd: Jeruzalem, je was wanhopig, zoals een vrouw die door haar man verlaten is. Maar Ik roep je terug, Ik blijf je trouw. Want jij bent mijn grote liefde! Wat een bijzondere liefdesverklaring van God. Israël is Zijn grote liefde! Dus wie aan Israël komt, is bij deze gewaarschuwd. Dan kom je aan Gods grote liefde!

Denk ook aan de profeet Hosea die op een dag moet trouwen met een prostituee. Als een beeld van hoe Israël zich geestelijk gedraagt. Maar God blijft trouw en geeft in Hosea 2:18 deze hemelse garantie: Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen: ja, Ik zal u tot Mijn bruid nemen in gerechtigheid en in recht, in goedertierenheid en in barmhartigheid. In de NBV21 wordt daar nog aan toegevoegd: Mijn vrouw zul je zijn, want Ik beloof je trouw, en jij zult de HEER toegewijd zijn.

Wat Jesaja, Hosea en ook andere profeten van het Oude Testament duidelijk maken is dat de relatie die God met zijn volk Israël heeft net als bij een huwelijk tussen man en vrouw is gebaseerd op liefde en trouw. En dat het ook net als bij het huwelijk een verbond is, dat door Hosea zelfs wordt omschreven als een eeuwig verbond. Tegelijkertijd wordt duidelijk dat hier tot op zekere hoogte een bepaalde vorm van beeldspraak wordt gebruikt. Want in Exodus 4:22-23 lezen we dat Mozes het volgende tegen de Farao moet zeggen: Zo zegt de HEERE: Mijn zoon, Mijn eerstgeborene, is Israël. Daarom zeg Ik tegen u: Laat Mijn zoon gaan, zodat hij Mij kan dienen. Er worden dus verschillende beelden gebruikt.

Over het huwelijk tussen Christus en Zijn gemeente schrijft Paulus in 2 Korinthe 11:2 – hij ziet zichzelf hier als een soort huwelijksmakelaar – dat hij de gemeente ten huwelijk heeft gegeven aan één Man om ons als een reine maagd aan Christus voor te stellen. En ook in het bekende huwelijksonderwijs in Efeze5:21-33 verwijst Paulus steeds naar de relatie tussen Christus en zijn gemeente. Deze is als een huwelijk en daarom zal er op een dag een hemelse bruiloft zijn – de bruiloft van het Lam – met alles erop en eraan! Inclusief de in Openbaring 19:8 genoemde feestelijke kleding voor de bruid: En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen. Hiervóór lezen we in Openbaring 19:7 deze oproep: Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw (NBV21 bruid) heeft zich gereedgemaakt. In hoofdstuk/aflevering 9 kun je alles lezen over de overeenkomsten tussen de Joods-Galilese bruiloft van de tijd van Jezus en de bruiloft van het Lam en alle voorbereidingen daarop.

Ook hier kun je stellen dat het tot op zekere hoogte beeldspraak, want wordt de gemeente van Christus in onder andere 1 Korinthe 12:27 ook niet omschreven als het lichaam van Christus? Er worden steeds verschillende beelden gebruikt om de diverse aspecten van de relatie tussen Israël en God én tussen de gemeente en Christus tot uitdrukking te brengen.

Waar de Bijbel volgens mij duidelijk over is, dat is dat de gemeente nooit de plaats van Israël heeft overgenomen en dat ze allebei een eigen unieke positie hebben in Gods heilsplan. Hoe dat uiteindelijk zal zijn op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde en of er in het nieuwe Jeruzalem nog steeds onderscheid gemaakt wordt tussen Israël en de gemeente… ik ben geneigd om te denken dat het tegen die tijd anders zal zijn dan dat het nu is. Alleen al het feit dat we lezen dat we in Openbaring 21:12-14 lezen hoe de namen van de twaalf stammen van Israël op de poorten staan geschreven en de namen van de twaalf apostelen op de fundamenten van de stad terug te vinden zijn, geeft aan dat in deze hemelse stad zowel de gelovigen uit Israël als de gelovigen uit de volkeren samen zullen zijn. Er zijn bij dit onderwerp nog genoeg open vragen, lang niet alles is al duidelijk. God heeft ons geopenbaard wat Hij voor ons nodig vond, de rest zal tegen die tijd ook vast allemaal duidelijk worden.